Interviews

Uitvinder, knutselaar en langslaper: 3 vragen aan Joost Holthuis

Joost-Holthuis-partner

Onder het genot van een vrijdagmiddagbiertje schuif ik aan tafel met onze kersverse partner Joost Holthuis. Na ruim 25 jaar in loondienst gewerkt te hebben, versterkt hij sinds 1 juli 2013 het management team in Amsterdam.

Herinner je je eerste werkdag nog, 25 jaar geleden?

Stilte. Ik meen iets te horen kraken.
“Nee.”

Ok. Wat herinner je je nog wel?
“Ik begon als stagiair grafisch ontwerp en mocht meteen mee ontwerpen aan de nieuwe huisstijl voor De Nederlandse Bank. Superleuke stage! Vlak voor mijn afstuderen ben ik gevraagd of ik wilde blijven werken. Ik heb dus nog nooit gesolliciteerd.”

Wilde je altijd al ontwerper worden?
“Vroeger wilde ik altijd uitvinder worden.” Ik krijg spontaan Willie Wortel-flashbacks en vraag hem of dat vergelijkingsmateriaal is. “Ik wilde dingen maken, iets nieuws, iets met techniek en daar wat zinvols voor bedenken. 

Na de middelbare school had ik de keuze om wiskunde te gaan studeren of naar de kunstacademie te gaan. Toen heb ik vooral gekeken naar wat je daarna gaat doen. Bij wiskunde was dat op kantoor zitten bij Philips bijvoorbeeld, achter de computer. Als grafisch ontwerper kon je zelfstandig aan de slag en alles zelf bepalen, dat trok me veel meer. Uiteindelijk zit je nu dan toch op kantoor, achter de computer.” 
Ach ja, details.

“Dat vond ik trouwens wel het aller moeilijkste in het begin!” Wat? “Elke dag 8 tot 9 uur stilzitten. Op een stoel achter een bureau, en de deur niet uit kunnen.” Kunnen of mogen? “Nou ja, dat deed niemand. En ik was zo gewend om tijdens het ontwerpen te gaan lopen als ik moest nadenken. Al bewegend ben ik creatiever dan dat ik op een stoel zit. Ik heb nu ook de meeste ideeën op de fiets.” En Joost fietst zo’n 25 km per dag, dus tel uit je winst.

Nooit gedacht: ik ga eens iets heel anders doen?
Joost had zich voorgenomen om na een paar jaar bureau-ervaring voor zichzelf te beginnen. Maar binnen het bureau deed hij eigenlijk niet veel anders. “Als je iets anders wilde doen, moest je het gewoon gaan doen. Dan kreeg je daar ook ruimte voor.” 

Zo ging hij als een van de eersten binnen het bureau aan de slag met computers. Een beetje programmeren, vond ’ie leuk. Zonder dat er nog veel werk in was (lees: 1994), verdiepte hij zich steeds verder in websites. De geldautomaten-interface voor ABN AMRO vormde een mooi opstapje naar echte internetprojecten. “We deden gebruikersonderzoeken en maakten user stories. Hadden we allemaal nog nooit gedaan. Supergaaf.” Ook mocht hij de bankpasjes ontwerpen, en vloog vervolgens Europa rond om te kijken of ze goed uit de pers rolden. (En om ze te testen natuurlijk. No comment.) Kortom, er bleven steeds genoeg nieuwe uitdagingen komen. Geen reden om weg te gaan dus.

Is er wel ooit zo'n moment geweest?
“Ja ik heb wel een keer op het punt gestaan om op te stappen. Maar toen kwam service design in beeld. Ik heb toen nagedacht over hoe ik dat voor mezelf zou aanpakken. Wat had ik daarvoor nodig? Ik wilde niet in m’n eentje verder. Bovendien kun je service design niet alleen doen. Ik wilde dus samenwerken en grote projecten doen. Waarom dan niet voortborduren op wat er al met het bureau was opgebouwd?

Hoe zou je jezelf nu als persoon omschrijven?

“Ik ben een generalist. Ik wil van alles wat doen.”
We hebben het hier vaak over een T-persoon, zie jij jezelf ook zo?
“Het horizontale vind ik heel belangrijk.” Dat is een breed begrip. Vertel. “Ik ben goed in 2 dingen. Inleven in de gebruiker. En in techniek. Ik ben een knutselaar, ik hou ervan iets ingenieus te bedenken.”

Wat doe je verder het liefst buiten werk?
“Slapen.” Toch weer dat horizontale. “En fysiek knutselen.”
Nog zo’n boeiend concept. Een interessante combi ook. Ik kijk hem vragend en lachend aan.

Slapen kon Joost al als geen ander tijdens zijn studie. In het weekend de wekker zetten om 16.00 uur zodat hij nog net boodschappen kon doen. Deze vele uren slaap werden in het begin van zijn carrière gecompenseerd door nachten doorwerken als er een deadline gehaald moest worden. “Ik moest dan heel zachtjes doen, zodat m’n vrouw niet wakker werd. Die vond het eigenlijk niet goed.” Zijn tip om dit soort nachtelijke werksessies te voorkomen: kinderen. Gelukkig zijn die nu oud genoeg zodat Joost in het weekend gewoon weer het klokje rond kan slapen.

Het fysiek knutselen staat voor koken. Of een motor uit elkaar halen, en weer in elkaar zetten. Niet het eerste waar ik aan dacht. Met Joost z’n ambitie stel ik me voor dat hij dan alle onderdelen eerst door elkaar husselt en dan kijkt of hij hem weer in elkaar en werkend krijgt. “Nee, er moet wel iets mis mee zijn. Maar ik doe het vooral voor de lol.”

Wat is jouw visie op de toekomst van Edenspiekermann?

Voor Joost is het ‘denken vanuit de gebruiker’ niet meer dan normaal. Hij vergelijkt het met de vanzelfsprekendheid dat een huisstijl consistent doorgevoerd moet zijn. De volgende uitdaging is om onze toegevoegde waarde voor ‘de business’ door te ontwikkelen. “Ik haal de grootste kick uit een project als ik zie dat de klant daardoor beter draait. Het is leuk om iets goeds en moois te maken en er een prijs mee te winnen, maar als het de klant niks oplevert geeft dat geen voldoening.” Verder ziet hij dat samenwerken met collega-bureaus een steeds grotere rol zal gaan spelen. En dat juicht hij toe, want dat is volgens hem de manier om tot het beste resultaat komen.

Tot slot, wil je zelf nog iets kwijt?
“Je moet ook weten waar je niet goed in bent. Ik ben bijvoorbeeld geen presentator. Mijn allergrootste overwinning in mijn leven was die TEDx talk. Als het dan fout gaat, blijft het je de rest van je leven achtervolgen. Iedereen kan het zien.” Ik vraag hem naar de tegenstrijdigheid van goed weten wat je niet kan, en het dan toch doen. “Ik heb liever een paar slapeloze nachten van een grote uitdaging, dan dat ik elke dag een trucje doe. Maar ik zal nooit een conferentiebeest worden. Sommige dingen moet je aan anderen overlaten. Daarom is samenwerken ook zo leuk. Je moet mensen om je heen opzoeken die je aanvullen.”

Een mooie afsluiter. Joost, je biertje is op, dus je mag gaan ;-)
Dank je wel en nogmaals gefeliciteerd!

Joost-Holthuis-partner